‘Ik red misschien geen levens, maar maak ze wel mooier’
Roel Schambergen noemt zichzelf een ‘specialist light’. Hij houdt zich als arts VG bezig met neurologie, cardiologie, of psychiatrie. Net waar de behandeling van zijn cliënt om vraagt. ‘De complexe problematiek maakt dit vak boeiend’, zegt hij.

Roel Schambergen (32): ‘Toen ik geneeskunde ging studeren, had ik een standaard beeld van mezelf voor ogen: zo’n arts die met een wapperende jas, stethoscoop om de nek, door de ziekenhuisgangen rent om levens te redden. Maar bij alle coschappen die ik liep, merkte ik: dit is het niet voor mij. In het ziekenhuis voelde het alsof ik een masker moest opzetten. Ik hou ervan om dicht bij mezelf te blijven. Om sneakers en een korte broek aan te doen als het warm is.’
‘Wat zit je haar gek’
‘Ik kon mijn afsluitende coschappen, via via, lopen bij een Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (arts VG). Al na één rondje op het terrein van de instelling voelde ik: hier wil ik meer van weten. Hier reden volwassen mannen op een skelter en lag een vrouw op de gang te roepen dat ze wél epilepsie had. Ik vond het machtig interessant. En ik wist: hier hoef ik dat masker niet op. Hier kán ik dat masker niet eens op. De mensen met wie je werkt zijn zó puur, die hou je niet voor de gek. En zij jou ook niet. ‘Wat zit je haar gek’, zeggen ze wel eens. Hoe vaak zou een specialist in het ziekenhuis dat horen?’
Niet beter, maar mooi
‘Inmiddels heb ik mijn opleiding tot arts VG afgerond. In dit werk is alles gericht op samenwerking, zonder hiërarchie. We zitten als specialisten, begeleiders, familie allemaal samen rond de tafel om het leven voor de cliënt zo mooi mogelijk te maken. Ik zeg bewust niet ‘beter’. Specialisten in het ziekenhuis houden zich bezig met het ‘beter maken’ van één specifiek onderdeel van het lichaam, zoals je hart of je longen. In de gehandicaptenzorg kijken we veel meer interdisciplinair, naar wat de cliënt nodig heeft om een leven te kunnen leiden dat bij hem of haar past. Ik red misschien geen levens, maar ik maak ze wel mooier. Zo woonde er een jongen met een licht verstandelijke beperking bij ons, die een nare periode doormaakte. Dat ik er in die moeilijke periode voor hem kon zijn, een band met hem kon opbouwen en met hem in gesprek kon blijven en zo kon bijdragen aan zijn herstel, dat is heel waardevol. Hij woont nu op zichzelf in een andere instelling. Ik ben zó blij dat dat gelukt is.’
Specialist light
‘Als arts VG noem ik mezelf ‘specialist light’. Ik ben alles tegelijk, afhankelijk van waar de casuïstiek om vraagt: neuroloog light, psychiater light, cardioloog light. Ik ben geen neuroloog, maar behandel wel epilepsie en overleg met een team van specialisten over de juiste behandeling. Er wonen mensen bij ons met zeldzame syndromen en de behandelingen zijn meestal niet vastgelegd in literatuur of protocollen. Wat het nóg complexer maakt, is dat sommige cliënten niet kunnen vertellen wat er met ze aan de hand is. Soms zie je niet aan mensen dat ze ‘iets hebben’. Het is de kunst om die mensen niet te overschatten en duidelijk uit te leggen wat je bedoelt. Dat kan de behandeling maken of breken.’
Maatschappelijk probleem
‘Door mijn werk ben ik anders naar de maatschappij gaan kijken. Wij behandelen mensen met een verstandelijke beperking. Globaal gezegd is dat iedereen met een IQ van minder dan 75. Als je bedenkt dat de helft van Nederland een IQ onder 100 heeft, besef je pas dat de maatschappij van nu voor heel veel mensen te complex is. We zouden veel meer moeten doen om mensen met een laag IQ erbij te betrekken. Ze onderdeel van de maatschappij te maken. Ik hoop daar als arts een klein verschil in te kunnen maken.’
Belangrijk werk
‘Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor artsen VG in de toekomst. Mensen met een beperking verdienen de beste zorg. Er is nog zoveel níet onderzocht en er zijn zoveel syndromen. Daar valt een wereld te winnen.’